Wetgeving in België?
De wet van 12 juni 2006 zegt:
‘Eenieder mag in het kader van een reanimatie een automatische externe defibrillator gebruiken onder voorwaarden bepaald door de Koning’.
Die voorwaarden werden beschreven in de Koninklijke Uitvoeringsbesluiten van 21 april 2007.
Daarin maakt men het onderscheid tussen AED's zonder scherm (categorie 1) en AED's met een scherm waarop het hartritme van de patiënt wordt getoont (categorie 2).
Het besluit is dat een AED categorie 1 ‘mag bediend worden door zowel professionele als niet-professionele gebruikers’.
AED categorie 1 – uittreksel uit het Koninklijk Besluit
21 april 2007. – Koninklijk besluit houdende veiligheids- en andere voorwaarden inzake een automatische externe defibrillator gebruikt in het kader van een reanimatie.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° <<automatische externe defibrillator>>: een toestel dat op basis van een analyse een elektrische schok kan toedienen, al dan niet na een voorafgaandelijke vraag op een knop te drukkenn, en dat beantwoordt aan de eisen vermeld in het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen;
2° <<AED categorie 1>>: een automatische externe defibrillator die niet toelaat om te schakelen naar een manuele modus en aldus zelfstandig een elektrische schok toe te dienen,en die niet over een scherm beschikt om het hartritme te volgen.
Met andere woorden, elke Belg, of die nu een gespecialiseerde opleiding volgde, of een absolute leek is, mag een AED gebruiken. Je kunt dus niet rechterlijk vervolgd worden voor het gebruik van een AED categorie 1.
Trouwens, de AED toestellen die op publieke plaatsen ter beschikking worden gesteld zijn allemaal van categorie 1.
(Bron: Het Belgisch Staatsblad, 21.09.2006, Edit. 3; 12 juni 2006 – Wet dat het bedienen van een automatische externe defibrillator toelaat.)
Voor alle AED toestellen op een openbare plaats is er een registratieplicht.